Facetten: urne
In de zomer van 2001 maakten we kennis met de Japanse manier van omgaan met doden. In Japan worden alle mensen verbrand en de urne wordt daarna begraven op een kerkhof. Familie en vrienden brengen de overledene naar het crematorium.
Het lichaam wordt in de oven geschoven en de oven wordt vergrendeld. De familie krijgt de sleutel van de oven mee. Na enkele uren wordt de oven terug geopend door de familie en wordt met een soort ceremoniemeester het dode lichaam terug opgebouwd. Het lichaam wordt in Japan verbrand op een andere temperatuur zodat enkel de zeer broze beenderen overblijven. Het skelet komt dus volledig herkenbaar uit de oven. Familie en vrienden krijgen allemaal 2 eetstokjes die echter niet bij elkaar passen (kort en lang, dik en dun,…) dit om aan te geven dat de overledene niet meer bij de levenden hoort. Vervolgens neemt iedereen een stukje van de beenderen en worden die in een urne gedaan. Men begint bij de tenen en eindigt met de stukjes van de schedel, die de urne uiteindelijk afdekken. De ceremoniemeester benoemt elk botje. Naar gelang er behoefte aan is worden er meerdere urnen gevuld.
Dit ritueel zette me aan het denken. Symbolisch is het Japanse ritueel mooi maar als je het vertelt aan mensen in onze westerse maatschappij dan voel je een afkeer. Heeft men hier angst om echt geconfronteerd te worden met de zichtbare overblijfselen van een lichaam?
Een mens is meer dan enkel het lichaam. Men wordt ook gevormd door familie en vrienden, die een eigenlijk een stukje van je ‘ik’ zijn. Iedereen heeft vele facetten in zich, dingen die hij of zij goed kan, graag doet… Heel veel kleine deeltjes maken je tot wie je bent.
Mijn urne bestaat uit 2 delen: een buiten kubus (dode lichaam) en een innerlijke doos. De buitenkubus bestaat uit vele kleine kubusjes waar een stuk van een portret opstaat. De vele kubusjes samen vormen een volledig portret. De kubusjes bevatten kleine beetjes assen.
De innerlijke doos is een herinnering aan het leven van de overledene. Tijdens het ritueel kunnen familie en vrienden een doosje assen mee naar huis nemen (zoals ook bij een geboorte suikerbonen worden uitgedeeld), en tegelijkertijd een mooie herinnering (kaartje) in de doos stoppen. (Het deksel van de doos kan geopend worden.) In de doosjes kan eventueel ook een beetje bloemenzaad gevoegd worden zodat de assen na uitstrooiing in de tuin of bloempot terug als voedingsbodem kunnen dienen voor nieuw leven. De cirkel is rond.
Deze urne won in 2002 de funeral award (oscar in de begrafeniswereld) in de eenmalige categorie funeraire kunsten.